Mappen op poppen

Marlyn Coetsier, artistiek leider van Tg. Winterberg, in de voorbereidingsfase van lunchtheatervoorstelling Alles naar de hemel. Vormidee: een wand vol babyhoofden, die op gezette tijden in de voorstelling ontwaakt. Met animator Linda Willemszoon zoekt ze in het lab uit hoe dat kan. Welke animatievorm past het best? Hoe realistisch kunnen de hoofden worden? Wat gebeurt er als alle hoofden tegelijk ontwaken en om eten beginnen te krijsen? Wat moet de schaal zijn om een gevoel van massa te geven?

‘We hebben gewerkt met verschillend videomateriaal, van stop-motion animatie tot opnames van een echte baby. De live-action beelden werkten geweldig. Het leverde een mooi contrast op met het materiaal van de poppenhoofden en subtiele gezichtsuitdrukkingen zijn met stop-motion moeilijk na te bootsen. Het analoge en het handmatige, dat mijn werk kenmerkt, kan ook terugkomen als je met video aan de slag gaat. Stop-motion animatie vond ik daarom het beste werken, ook vanwege het vervreemdende ervan. Het voordeel van 3D-animatie is dan weer dat je een baby echt kan laten praten.
De openheid van het lab was waardevol, het was inspirerend om in deze context met veel experts te werken en ik ben ook vaak bij anderen gaan kijken. Af en toe kwamen mensen langs, die over je schouder meekeken. Dat leidde tot interessante vragen, zonder dat ik het gevoel had dat ik iets moest presenteren.’

‘We hebben heel veel uitgeprobeerd en heel veel uitgevonden. Bijvoorbeeld: omdat een echte baby nooit stilzit, moest zijn hoofd in de video ‘stilgezet’ worden. Alleen dan kon de projectie op de juiste plaats blijven. Om ervoor te zorgen dat niet alle hoofden hetzelfde deden, hebben we beelden gekopieerd en met vertraging op verschillende hoofden afgespeeld. De vorm van de hoofdjes maakt ook uit: een filmpje ziet er geprojecteerd op het ene hoofd anders uit dan op het andere.’